In het
boeddhisme bestaat er een situatie waar Siddharta Gautama, de Boeddha, meerdere
vragen krijgt van monniken, vreemden, discipelen en leerlingen. De Boeddha
beantwoordt deze vragen met stilte. Op een gegeven moment komt er echter een
monnik die een antwoord eist op de vragen die aan de Boeddha gesteld zijn. Als
de Boeddha nogmaals geen antwoord geeft, dan zal de monnik zijn leer verwerpen.
De Boeddha geeft vervolgens antwoord:
Het is alsof een man gewond is door een
pijl die is ingesmeerd met gif. Zijn vrienden, naasten en verwanten bieden hem
een chirurg aan, die de pijl voor hem kan verwijderen. Maar de man zegt: “Nee!
Ik wil niet dat deze pijl verwijderd wordt totdat ik weet of degene die hem
afgeschoten heeft een nobele krijger, priester, handelaar of werker was.” Hij
zal zeggen: “Ik wil niet dat deze pijl verwijderd wordt totdat ik weet uit
welke stam deze man komt en wat zijn naam is. Ik wil niet dat deze pijl
verwijderd wordt totdat ik weet of hij lang, gemiddeld of klein is… totdat ik
weet uit welk plaats, dorp of stad hij komt… Of hij zwart, bruin, of goud
gekleurd was… totdat ik weet of het een kruisboog of langboog was.. totdat ik
weet of de boogpees van vezel, bamboe, draad, hennep, pees of bast is… Ik wil
de pijl niet verwijderd hebben totdat ik weet of de veren van de pijl waarmee
ik ben geraakt van een gier, ooievaar, havik, pauw of andere vogel komen… totdat
ik weet of de schacht van de pijl waarmee ik ben geraakt was gebonden aan de
pezen van een os, waterbuffel of aap… totdat ik weet van welk hout de schacht is
gemaakt…
De man sterft, en alle dingen die hij vroeg zijn hem nog steeds onbekend.
Deze parabel vertelt ons een boel, al dan niet alles over de fase waarin wij
verkeren op dit moment. Als het gaat om ons materialisme en de drang om vrijwel
álles te psychologiseren en rationaliseren zijn we goed op weg. Dit kan men zien
door de vele zinloze discussies die ontstaan bij politieke thema’s. Er is een
feit, dit feit wordt subjectief gemaakt en vervolgens worden er sociale
constructen verzonnen zodat de subjectieve beleving van dit feit kan worden gerechtvaardigd.
Deze afdwaling van de realiteit zorgt ervoor dat we doelstellingen uit het oog
verliezen die er écht toe doen. Nou gaat de parabel van de Boeddha over het
bereiken van verlichting, maar de essentie van het verhaal is ook nuttig om
andere situaties uit te leggen.
Onnozele vragen en onnozele antwoorden is waar we mee te doen hebben. Dit kan
herleid worden naar het materialistische denken waartoe rationalisme ook
behoort. Objecten, getallen, symbolen en daden verliezen hun betekenis wanneer
ze worden gepresenteerd als droge theorie. Men kan bijvoorbeeld de liefde
bedrijven in al zijn passie en met alle gevoelens die daarbij horen, of men kan
het uitleggen als een droog wetenschappelijk-biologisch proces, om het zo te
reduceren tot een mechanische daad zonder verdere betekenis. Hetzelfde geldt
voor politieke retoriek. Een stam of volk is gebonden aan zijn bodem, gebonden
aan zijn bloed, zijn voorouders, zijn familie en de Traditie van zijn volk.
Hier manifesteert zich een mystiek element dat mystiek blijft. Het zorgt ervoor
dat de rede, de ethiek, normen en waarden geaard zijn, ze vinden er hun
oorsprong. Het metafysische staat namelijk nooit
tegenover de rede, maar erboven. Wanneer men deze mystiek verliest door
corruptie en decadentie dan verliest men de inhoud van de wereld om zich heen.
De realiteit wordt dan gereduceerd tot een louter materiële werkelijkheid. Dit
is te zien doordat verschillende godsdiensten zich gaan bezighouden met een
rationele rechtvaardiging van hun geloof. Er treedt dogmatisering en ritualisering
op. Nadat deze trend doorzet, krijgt de materiële werkelijkheid ervan langs
doordat ook zij gereduceerd wordt tot
een lager niveau: die van de subjectieve werkelijkheid. Dat is het punt waarop
we de volgende type vragen tegenkomen: Wat is een stam precies? Wat is een volk
precies? Wie is een Nederlander? Kom je wel écht van die bodem of zijn je
voorouders er enkele millennia geleden naartoe gemigreerd? Wat is God? Wie is
God? Wat is ons doel? Waar leven we voor? Waarom zit jij fout en ik goed? Wie
heeft er meer gelijk? Wat is goed? Wat is slecht?
We zien dit ook in de hedendaagse identiteitspolitiek. Grotere gehelen en
betekenissen worden ontleed en opgedeeld in kleinere gehelen waar een
subjectieve betekenis aan wordt gegeven (geleid door motieven). Wat is namelijk
een jongen, of wat is een meisje? De twee worden opgedeeld in kleinere
categorieën. De geaardheid, het biologische geslacht, gender, uiterlijke
vertoon, etc. Het concept wordt gedeconstrueerd zodat er een andere betekenis
aan kan worden gegeven die bestaat uit de laagste vormen van werkelijkheid. Het
is alsof een gecompliceerd mineraal wordt opgebroken in meerdere kleine gehelen
waardoor het zijn functie verliest; de functie van dat materiaal bestaat nou juist
uit die meerdere gehelen! Er wordt een nieuwe werkelijkheid gecreëerd in de
moderne wereld, een werkelijkheid die berust op de motieven en subjectieve
beleving van een grote massa neoliberalen en cultuurmarxisten.
Het probleem dat hierdoor ontstaat is dat men ook zijn moraal kwijtraakt. Het moderne
wetenschappelijke denken biedt namelijk alleen droge feiten aan zonder
betekenis of waarde te geven aan die feiten. Toch proberen we met zijn allen te
zoeken naar die betekenis totdat we uitkomen op een boel verschillende
betekenissen. Dat komt omdat we geleid worden door motieven en we die motieven
trachten te plaatsen in het kader waaruit wij dingen beoordelen. Iemand kan
bijvoorbeeld goede argumenten geven voor minder inkomensbelasting voor de
rijken en zich beroepen op logische redenaties en feiten, net zoals iemand
anders hetzelfde kan doen en goede argumenten geeft voor bijvoorbeeld vergaande
nivellering. Toch zou het niemand verbazen als die eerste persoon een
bankdirecteur blijkt te zijn en die tweede persoon een loonslaaf. Beiden
gebruiken ze logica en feiten, maar beiden hechten ze er andere waardes en
betekenissen aan.
De moderne wetenschap gaat ons daarom niet redden. Zij distantieert de mens van
zijn essentie terwijl ze tegelijkertijd een symptoom van deze distantiëring is.
De crisis van de moderne mens is spiritueel. Het cultuurmarxisme, financieel
marxisme en kapitalisme zijn daar de producten van, waarvan de wortels terug
zijn te vinden in de verlichting. De discussie voortzetten op dit vlak is
daarom nutteloos. Het spectrum van de oplossingen en de problemen zit in
dezelfde decadente fase. De moderne mens houdt zich niet bezig met wat er
gedaan moet worden, hij houdt zich bezig met enkel onzinnigheden.
Het is alsof een samenleving in zijn spirituele verval, cultureel en etnisch
wordt vernietigd door cultuurmarxisme en massa-immigratie. De rest van de
wereld kijkt toe, groepen weldenkenden luiden de noodklok en her en der klinken kritische geluiden. Maar
de samenleving wil niet gered worden totdat zij weet of de migranten
goedwillend of kwaadwillend zijn. Totdat zij weet of de migranten economische
of politieke vluchtelingen zijn. Totdat zij weet welke verschillen tussen een
man en vrouw nou ‘nature’ of ‘nurture’ zijn. Ze weigert gered te worden totdat
zij weet hoe groot de kans op een volgende aanslag is. Totdat zij weet of de
criminaliteitscijfers van allochtonen tegenover autochtonen nou écht zo erg
zijn. Zij weigert gered te worden totdat zij weet wat er de volgende keer gaat
gebeuren bij Temptation Island. Totdat zij weet of de burgers in een land
duizenden kilometers hier vandaan wel ‘vrij’ en ‘democratisch’ zijn. Totdat zij
weet of diversiteit wel echt een kracht is. Totdat zij weet hoe schuldig zij
zich eigenlijk zou moeten voelen om haar koloniale verleden. Totdat zij weet of
de Islam wel écht alleen een religie van vrede is. Totdat zij weet of het
mogelijk is dat een man een kind kan krijgen. Zij wil niet gered worden totdat
zij weet hoe totalitair de E.U. nou is. Zij wil niet gered worden totdat zij
weet waarom ‘extreemrechts’ opkomt. Zij wil niet gered worden totdat…
Totdat wat, westerse man?
Ik ben het eens met de conclusie, maar niet met alle bewoordingen.
Bijvoorbeeld: we hebben wel degelijk definities nodig. Het feit dat deze een zekere mate van willekeur dragen doet hieraan niets af. Waar de moderniteit de mist in gaat is niet in de analyse, maar in het toepassen cq trekken van conclusies op basis hiervan. (En dit komt omdat men a postepriori denkt, niet a priori – men trekt conclusies op basis van wensen)
De moderne wetenschap kan ook helpen. In feite zou ik zeggen voor zover het om wetenschap gaat, helpt deze ook. Het is enkel de wens-“wetenschap” die niet helpt. Beluister bv eens het youtube kanaal van de “Jolly Heretic”. Ik zie de moderne wetenschap in een race met het cultuur verval: zal deze op tijd genoeg feiten kunnen aandragen om een wederopbouw op een veel beter fundament te plaatsen dan nu het geval is?
PS: “Nederlanderschap”. Lastig om dit exact te beantwoorden, maar er is imo een duidelijk pragmatisch antwoord. De drager en vormgever van de westerse cultuur was het hoogst ontwikkelt (incl Nederland) in de periode 1800-1850. We kunnen het DNA van 1000 nederlanders uit die tijd nemen en hieruit een genormeerd DNA profiel maken en een verdeling hierop. Iedereen die binnen deze verdeling valt is een ‘gecertificeerde Nederlander’ 😉
Er zullen altijd randgevallen zijn, maar daarvoor is er de rechtbank.
PPS: “Nederlanderschap”. Het probleem is eigenlijk niet “wie is een Nederlander?”, maar: “wat gaan we doen met het verschil tussen wel en niet Nederlanders?”. Ook hierop is er een pragmatisch antwoord mogelijk: alleen gecertificeerde Nederlanders mogen stemmen en staats functies uitoefenen. Wat er daarna gebeurt is aan de gecertificeerde Nederlands…
Comments are closed.